Inspiratiebron voor mijn eerste onderwijs 'blimage', een samenvoeging van blog & image, is de foto van een rups, aangereikt door een favoriete edublogger, Frans Droog.
Rupsen vervellen meestal vier tot vijf keer in hun leven. Elke keer als ze uit hun jasje groeien barst de huid open. Veel soorten zien
er als kleine rups anders uit dan in het laatste stadium. Daarna vindt verpopping plaats,
en komt de volwassen vlinder tevoorschijn.
Deze Wikipedia-kennis is van toepassing op mijn
onderwijsloopbaan. Wat wilde ik begin jaren zeventig graag journalist worden,
maar ik werd democratisch uitgeloot voor de school voor journalistiek. Op zoek
naar een alternatief ontdekte ik dat er voor het eerst meiden op de ‘kweekschool’
in Heerlen zouden worden toegelaten en het lokale hippie-café & de
Bierstube op loopafstand lagen. Extrinsiek gemotiveerd dook ik de
onderwijswereld in, want de aantrekkelijke prikkels kwamen dus voornamelijk van
buitenaf.
Dat werd anders toen ik als 21-jarige mijn debuut mocht
maken als gymleraar op een basisschool en voor een paar lessen Nederlands op
een pas gestarte mavo. Na amper een jaar koos ik definitief voor de wat oudere
jeugd. Wat ik toen niet wist, was dat een klaslokaal met te veel prikkels geen
goede leeromgeving is. De hele achterwand van mijn eigen lokaal werd volgeplakt
met posters van pop- en voetbalsterren. Rijen werden, ondanks hoofdschuddende
collega’s, groepjes van vijf. Als beginnend docent stapelde ik de ene
pedagogische/didactische fout op de ander, maar ik bleef door drie oorzaken
overeind. Moeder Natuur heeft me een veel te strenge gelaatsuitdrukking
meegegeven die zelden weerspiegelt hoe ik me op dat moment werkelijk voel, maar
die in een klas er meestal voor zorgt dat orde houden het probleem niet is. Ook investeerde ik in een goede relatie met de leerlingen door op een vaak wat
provocerende manier interesses te delen. Als de hele klas voor Ajax was, koos
ik een seizoen en schooljaar voor PSV. Hardrockers liet ik luisteren naar
Leonard Cohen. Brave dorpsmeiden en –jongens werden naar de eerste edities van
Pinkpop meegenomen.
En de derde oorzaak: al snel ontdekte ik een eigen stijl van
lesgeven. Graag was ik een geboren verhalenverteller geweest, zoals mijn eigen
favoriete docent Engels die de gebrekkige voorlichting van mijn ouders volledig
compenseerde in zijn onvergetelijke literatuurlessen over ‘Women in Love’ by
D.H. Lawrence en Shakespeare. Maar helaas, leerlingen hangen zelden
aan mijn lippen als ik aan een lang verhaal begin… Naast het organiseren van
tal van buitenschoolse activiteiten bleek vooral het geven van een korte
instructie van hooguit een kwartier mijn ding. Dan was ik bijvoorbeeld in staat om 90
procent van de klas uit te leggen hoe eenvoudig het is om geen enkel fout meer
te maken met d of t bij een werkwoordvervoeging. Dat was mijn kracht en lot
tegelijk. Ze weerhielden me er niet van om elke dag met plezier naar mijn werk
te gaan.
En toch bleef het kriebelen, was er de drang naar méér en
tegelijk het besef dat ik inmiddels met het onderwijsvirus was besmet. Op een
bruggetje van een Zuid-Limburgs beekje vertelden mijn hart en brein 38 jaar
geleden wat ik moest doen. Elke week 12 tot maximaal 15 uur blijven lesgeven en
de resterende energie en creativiteit gebruiken voor die andere interesses. De
rups in mij werd dominant. Elke vijf jaar wilde ik vervellen door weer een
nieuwe uitdaging aan te gaan. Zo geschiedde. Eerst was ik pop- en
radiojournalist. Daarna sportjournalist en eindredacteur van een voetbalblad.
Vervolgens richtte ik een eigen pr-bureau op, werd voorlichter van een
fusiegemeente, zette eigen onderwijsmethodes in de markt (Gelukskunde en
Slimmerkunde) en was nauw betrokken bij menig evenement. In de praktijk
betekende dat soms dat ik op de toilet van een benzinestation mijn kostuum
inruilde voor een doorsnee docenten-outfit na een bijeenkomst met de SNS-top in
Den Bosch en vóór een blokuur spraakkunst op 3 mavo. Of het opnemen van een
week onbetaald verlof als er weer een EK of WK voor de deur stond. Of uitzoeken
hoe ik voor een bepaalde klus toch nog wat langer gedetacheerd kon worden door
mijn school.
Die combinatie heeft ervoor gezorgd dat ik tot op de dag
vandaag binnen en buiten de onderwijswereld opensta voor innovatie en nieuwe
uitdagingen en niet verzuurd de dagen tot mijn pensioen tel. Nee, ik heb het
voorrecht om nog vier jaar in het onderwijs werkzaam te zijn. Komend schooljaar
mag ik op de maandagen als volwassen onderwijsvlinder 30 startende docenten
begeleiden. De nieuwe rupsen dienen zich aan. Zonder lange verhalen en vooral
vragen stellend vlieg ik hen tegemoet. Was deze vakantie maar al voorbij…
Ben je zelf werkzaam in het onderwijs? Misschien kunnen de volgende foto's je inspireren om ook je eerste blimage te schrijven. Hoe die verspreid kan worden, kun je lezen in het blog van Frans Droog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten